Geschiedenis:
Asbest is een oud materiaal, voor het eerst gebruikt door mensen in het Neolithicum (ca. 11.000 v.Chr. ) als een humus voor keramiek. Prehistorische scherven zijn gevonden in Finland, Rusland, Noorwegen en Zweden. Eerste geregistreerde gebruik van asbest dateren al in 2500 voor Christus. Het is al bekend sinds de oudheid in zowel de westerse wereld en Azië als een wonder der natuur. De vezels werden gebruik voor zeer duurzame textiele objecten zoals lijkwaden, servetten, tafelkleden, en speciale kleding.
Het eerst wordt in de Griekse bronnen de naam ‘Asbest’, wat betekent ‘onblusbaar’ genoemd. Voor het eerst werd er geschreven over asbest rond 300 voor Christus. De Grieken en Romeinen (“Amiantus”, wat “niet verontreinigd” betekend ) merkten op dat asbest een lage thermische geleidbaarheid had en was bestand tegen vuur en zuren.
Ook merkten ze op dat asbest schadelijke biologische effecten had. Hoewel de Griekse geograaf Strabo en de Romeinse natuuronderzoeker Plinius “de ziekte van de longen” waargenomen hadden, moesten de slaven het asbest weven tot doek. Ze waren in zo’n ontzag van het asbest, de magische eigenschappen, dat zij de symptomen negeerde.
In de Middeleeuwen daalde het gebruik van asbest. Sommige zeggen dat Karel de Grote asbest tafelkleden had gehad. Ook werd aangetoond dat Marco Polo textiel artikelen van asbest te hebben gehad op zijn reizen. Ook ontdekte hij de asbestmijnbouw en het weven van asbest doeken in Azië.
De Industriële Revolutie betekende een enorme hausse voor de asbest-industrie. Fabrieken werden overal geopend en nieuwe toepassingen van het wonder mineraal werden bedacht. Commerciële asbestmijnen ontstonden in de late jaren 1800 en ondernemers erkende dat asbest hen misschien wel rijk konden maken.
De spoorweg-industrie was een van de eerste die uitgebreid gebruik maakte van asbest en asbesthoudende producten. Doordat de spoorweg-industrie met sprongen groeide, werd de behoefte aan meer asbest groter.
De scheepswerf industrie was niet ver achter. Scheepsbouwers maakten ook uitgebreid gebruik van asbest materialen. Met name in de stoom motoren en andere elementen die warm werden.
De oude waarnemingen van de gezondheidsrisico’s van asbest waren ofwel vergeten of genegeerd.
Aan het begin van de twintigste eeuw, merkten de onderzoekers in de asbest mijnbouw steden grote aantal doden en longproblemen. In 1917 en 1918 werd opgemerkt door verschillende studies dat asbest arbeiders onnatuurlijk jong stierven.
De eerste diagnose van asbestose werd gemaakt in 1924. Een vrouw had gewerkt met asbest sinds ze dertien was. Ze stierf toen ze drie en dertig jaar oud was. Een Engelse arts had vastgesteld dat de doodsoorzaak met asbest te doen had. Hij noemde het “asbestose”. Hierdoor werd een studie gedaan naar de asbestwerknemers in Engeland. Vijfentwintig procent van hen bleek het bewijs te zijn van de asbest gerelateerde longziekten.
Wetten werden aangenomen in 1931 (dit waren de eerste asbest gerelateerde wetten – ‘De Asbestos Industry Regulations 1931 “) om de ventilatie te verhogen en asbestose een werk gerelateerde ziekte te maken. In de jaren 1930 begon een groot medische tijdschrift artikelen te publiceren die asbest aan kanker koppelde. De herontdekking van asbest gerelateerde ziekten werden op een laag pitje gezet voor meerdere jaren doordat de silicose (een longziekte door kwartsstof inademen) meer in opkomst kwam.
De bouw was verreweg waar het meeste asbest in werd verwerkt. Iedereen wilden hun huizen en kantoren veilig en warm maken, dus brandwerend asbest leek het perfecte product voor deze doeleinden. Asbest kon je al snel overal in woningen en commerciële gebouwen vinden.
Het werd gebruikt als wand isolatie, vloer-en plafondpanelen, in buitenbeplating , ook kan asbest worden gevonden in stucwerk, gipsplaten, pakkingen, cement leidingen, dakgoten, gips, stopverf, kalefateren, en tal van andere bouwproducten. Scholen en theaters pochten zelfs asbest gordijnen te hebben en beschouwde dit als veiliger dan andere standaard stoffen vanwege zijn sterkte en hittebestendigheid. In de jaren 1940 tot 1970 waren waarschijnlijk de meest geproduceerde jaren – een geschatte 3.000 producten- welke gebruik maakte van de asbest unieke eigenschappen. Ook kon je asbest vinden in haardrogers, strijkijzers en strijkplank covers, broodroosters, koffie potten, en elektrische dekens. Er worden momenteel nog steeds thermokannen en afdichtringen geproduceerd in Azië. Deze producten komen nog steeds in Europa op de markt. Meestal worden deze materialen verkocht via het internet.
Uitvinder Ludwig Hatschek. 1900
Hij is vooral bekend als de oprichter van de fabriek van Eternit in Opper-Oostenrijk.
1893 heeft hij, een in onbruik geraakte papierfabriek in Schöndorf , gekocht.
Voor deze fabriek in Schöndorf kocht hij een gebruikte asbest-spinmachines in Lend . In dit nieuw gecreëerde bedrijf ontwikkelde hij in de jaren een onbrandbare dakbedekking welke gemaakt was van asbestcement, die hij in 1900 heeft gepatenteerd. In 1903 gaf hij aan het ontwikkelde product de merknaam Eternit . Ook pijpen werden geproduceerd in deze fabriek. Het cement welke hiervoor benodigd was kwam in 1908 uit een speciaal geconstrueerde cementfabriek van Pinsdorf .
Licenties met de merknaam werden al vroeg verworven in België, Frankrijk, Zwitserland, Italië, Engeland en in de VS. De groei kwam tot een hoogtepunt in de jaren 70, maar toen kwam ook een ommekeer door de opkomst van het publieke debat over de gevaren van asbest voor de gezondheid.
Meer dan 200 asbestcementwaren-fabrieken in de hele wereld volgens het procédé van Hatschek.
De productie van asbest materialen is wereldwijd pas gestopt met ingang van 1 januari 2004. Landen waar het gebruik niet verboden is zijn in China, India, Indonesië en Vietnam.
Hoeveelheden geproduceerd.
Sector | Productie | Import | Export | Balans | % |
Asbestcementwaren | 3.458.250 | 4.220.453 | 690.182 | 6.988.521 | 89,6% |
Asbestpapier voor pakkingen | 75.413 | 11.223 | 48.836 | 37.800 | 0,5% |
Asbestpapier voor vloerbedekking | 233.355 | 4.844 | 66.298 | 171.901 | 2,2% |
Bitumen (pasta’s) | 145.050 | 145.050 | 1,9% | ||
Diafragma elektrolyse | 1.165 | 1.165 | 0,0% | ||
Isolatiewerken | 13.714 | 32.437 | 3.574 | 42.577 | 0,5% |
Rem- en frictiemateriaal | 14.769 | 49.923 | 20.606 | 44.086 | 0,6% |
Spuitasbest | 9.500 | 9.500 | 0,1% | ||
Verf, lijmen en kit | 90.700 | 90.700 | 1,2% | ||
Wand- en vloertegels, incl. houtgraniet | 135.520 | 1.038 | 6.684 | 129.874 | 1,7% |
Overige | 179.185 | 44.502 | 12.474 | 211.213 | 2,7% |
Niet gespecificeerd (1971-1976) | 30.998 | 105.348 | -74.350 | -0,1% | |
Totaal | 4.356.622 | 4.395.418 | 952.002 | 7.800.038 | 100% |
- Gemiddeld weegt een asbestgolfplaat van 1 m2 ongeveer 12 kilogram.
- Het gewicht is zo’n 15 kg per vierkante meter.
- – asbesthoudend materiaal (golfplaten, Eterniet, buizen, gevelplaten,vinylvloertegels, onderlaag,vloerbekleding,bloembakken,onderdakplaten,schoolborden = 600kg/m3 ( Tabel OVAM )
- De lengte kan ruim 3 meter zijn bij een breedte van 1 meter en een dikte van 6 mm. De golfhoogte varieert van 36 tot 57 mm. Het gewicht is zo’n 15 kg per vierkante meter.
-
Metalen en legeringen g/cm³ kg/m³ Asbest 0,58 580
Citaat uit HET ASBESTDRAMA
Eternit en de gevolgen van honderd jaar asbestcement
De door de politiek getoonde onwil om het belang van de volksgezondheid te laten prevaleren boven het gewin van de asbestcementbedrijven legt een zware hypotheek op de Nederlandse overheid. Dat betekent niet alleen dat de overheid een vérstrekkende verplichting heeft tegenover asbestslachtoffers in ons land, maar ook dat het de taak van de overheid is om ervoor te zorgen dat de gigantische asbesterfenis wordt opgeruimd. Daarnaast ligt op de overheid de steeds dringender taak om tot een volledige inventarisatie en sanering van asbesthoudende gebouwen, woningen en terreinen over te gaan. Daarbij dient de overheid zowel in organisatorische als financiële zin het voortouw te nemen. Elk jaar dat de overheid daarmee wacht, worden niet alleen het aantal asbestslachtoffers, maar ook de problemen en de kosten groter.
Het is juist nu zeer van belang dat de overheid duidelijkheid geeft in wet en regelgeving. Naar hen zelf, maar ook het bedrijfsleven. Het inventariseren van overheidsgebouwen loopt stroef en langzaam. De gegevens van LMA zijn niet duidelijk en niet compleet. Dit is niet alleen in het asbest, maar ook andere afvalstromen. B.v. BSA ( bouw en sloop afval ) waar de inrichtingen wel moeten melden en de mobiele locaties niet.
In 2010 heeft de VROM de stortbelasting verhoogd van € 14,- per ton naar € 107,- per ton. Dit heeft VROM juist met die reden gedaan om recycling bedrijven een kans te geven om te kunnen concurreren tegen de stortlocaties.
Citaat Vereniging Afvalbedrijven (VA)
De Vereniging Afvalbedrijven (VA) keert zich tegen de opgelegde afvalstoffenbelasting van jaarlijks 100 miljoen euro. De stortbelasting, die 1 april terugkeert, moet vanaf 2015 weer van tafel.
De belastingopgave is buiten alle proportie, zeker voor de stortplaatsen, die het bedrag moeten ophoesten. “De stortsector zet met moeite 40 miljoen euro per jaar om. De financiële toekomst van de sector is zorgelijk. Stortplaatsen leiden structureel verlies. En net hen wil de regering met 100 miljoen euro belasten? Ik vind dat buitensporig en onhaalbaar.
Wat tegenwoordig wordt gestort kun je niet verbranden of recyclen. “Maak je storten duur, dan zoeken partijen creatieve uitwegen, zoals mijnen in Duitsland. Of nog erger: dan gooien ze het in natuurgebieden. Belangrijker nog: hogere stortkosten maakt recycling duurder.
Een stortlocatie moet niet voor eeuwig bestaan. Het is de bedoeling dat deze langzaam uit onze samenleving verdwijnen. Ze moeten gezien worden als een tijdelijke opslag voor producten die nog gerecycled moeten worden. Ook wat de VA schrijft maakt mij zorgen dat de stortlocaties structureel verlies lijdt. Zij hebben de verplichting van de nazorg. Deze kosten kunnen niet meer verhaald worden op de burgers, zij hebben al voor hun afval betaald. Door het heffen van een belasting creëert de overheid een spaarpot voor zulke bedrijven.
Het is voor innovatieve bedrijven niet mogelijk om tegen de stortlocaties te concurreren, omdat door verwerking duurdere machines en meer personeel nodig is. Cradle to Cradle, rotonde economie, circulaire afvalstromen en noem zulke kreten maar op. Wat men nu nog niet kan / wil recyclen, kan in de toekomst zeker wel. Het storten, of beter gezegd tijdelijk opslaan, in de mijnen in Duitsland voorzie ik geen probleem. Of het materiaal nu boven gronds of onder gronds wordt opgeslagen moet eigenlijk niks uitmaken, zolang het maar een gecontroleerde opslag is. Natuurlijk maakt het wel uit, dat het afval naar Duitsland of andere landen gaat. Wij moeten onze eigen afval vraagstuk ( probleem ) oplossen.
In de jaren voor 2012, toen de stortbelasting er af is gegaan, werd er in principe niet meer of minder illegaal gestort. ( deze cijfers van illegale afvalverwijdering heb ik nergens kunnen achter halen ) Waarom zou het dan nu wel in eens gebeuren?
Instituut Asbestslachtoffers (IAS)
In 2010 werden door het IAS 544 aanvragen van asbestslachtoffers in behandeling genomen. Deze nog immer hoge instroom bevestigt het beeld dat de eerder verwachte daling van het aantal asbestslachtoffers helaas niet is opgetreden. Verontrustend hierbij is dat ondanks de asbestverboden in 1978 (blauw asbest en spuitasbest) en 1993 (alle asbestsoorten) de risicovolle asbestblootstelling geenszins verleden tijd is.
Nederland zit nog steeds barstensvol asbest en het zal nog wel decennia duren voordat alle asbest uit onze samenleving is verdwenen.
Het aantal asbestdoden, zou in Nederland niet 700, maar 1400 per jaar zijn. De geschatte extra sterfte wordt met name verklaard uit een hoger aantal longkankergevallen als gevolg van asbestblootstelling. Die zou tweemaal zo groot zijn als de sterfte aan mesothelioom
Ook tijdens verkeerde saneringen kunnen ziektes opleveren. Eerst wordt het asbest in gebouwen geïnventariseerd. Hierbij kunnen de inventariseerders risico lopen. Na de inventarisatie komt het saneren. Indien dit niet correct wordt verricht, zal het tweede risico plaats vinden. Als de bigbag luchtdicht is verpakt, wordt het naar de stort gebracht voor opslag. Hier worden de bigbags van de wagen af gekiept. De bigbags scheuren los en het asbest komt weer vrij. Hier ontstaat het derde risico van het vrij komen van asbest. Hoe vaak men dit risico moeten lopen is nog niet bekend, omdat men niet weet hoe vaak een stortlocatie gesaneerd moet worden. Dat een stortbak ooit een keer lek raakt is zeker. Door deze stortbak te repareren, zal het vuil welke op de lek zit, moeten worden verwijderd. Dus ook het open liggend asbest. En hier krijgen wij dan risico 4 en 5 en etc etc.